Omdat God buiten onze tijd leeft - wat voor ons eindige verstand niet te bevatten is - kan Hij ons deelgenoot maken van wat er nog komen gaat. In een adembenemend panorama, dat de profeet Daniël van God kreeg, wordt zelfs in hoofdlijnen de loop van de tijden uitgetekend. Het biedt een ongekende, unieke kapstok om na te denken over de ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis. Zonder zicht op deze profetie kun je het verloop van de geschiedenis eigenlijk niet echt volgen. Laat je meenemen in dit bijzondere verhaal en ontdek hoe het je gaat helpen om de wereld waarin wij leven beter te begrijpen!
De profeet Daniël kreeg in de 6e eeuw voor Christus een ongelooflijk bijzonder visioen, waarin hij de loop van de wereldgeschiedenis voorzag. Die geschiedenis zou gedomineerd gaan worden door 4 grote wereldrijken. In deze tegel lees je daar meer over.
Er zit een opmerkelijke samenhang in de profetieën van Daniël (6e eeuw voor Chr.) en het laatste Bijbelboek, Openbaring (1e eeuw na Chr.). Die samenhang laat een aanwijsbare, historische band zien tussen de opeenvolgende wereldmachten. Maar het gaat niet alleen over historische verbanden. Het wijst op een continuïteit van religieuze praktijken en ideeën, zoals die in de loop van de tijd is doorgegeven. We volgen het spoor van de wereldmachten die met hun geestelijke erfenis de wereldgeschiedenis diepgaand beïnvloed hebben. En door de tijdlijn heen ontdek je wat de supermacht is waarin alle deze dingen bij elkaar gekomen zijn.
Om de samenhang tussen Daniël en Openbaring te kunnen zien bekijken we de profetie in drie stappen.
1. De droom van het standbeeld (Daniël 2).
2. Het visioen van de vier dieren (Daniël 7).
3. Het beest uit de zee (Openbaring 13).
Je ziet hier een illustratie van het grote beeld dat Nebukadnezar in zijn droom zag (dit wordt beschreven in Daniël 2). Op de achtergrond staat een afbeelding van het oude Babylon. Deze mega-stad uit de oudheid vormt het startpunt van de profetie. In het beeld zelf wordt dit gerepresenteerd met een gouden hoofd. Daaronder volgen andere materialen: de borst van zilver, de heup van brons en de benen van ijzer. De voeten zijn gemaakt van een onsamenhangende combinatie van ijzer en leem.
Het goud duidt dus op het Babylonische rijk, dat nog in volle glorie was in de dagen van Daniël. Daarna volgt het rijk van de Meden en Perzen. Die tijd heeft Daniël zelf deels nog meegemaakt. Voor deze periode geeft het Bijbelboek dan ook nog specifieke namen. Daarna gaat het volledig over op metaforen. In zijn tijd (6e eeuw voor Christus) was het nog niet met naam en toenaam bekend wie de volgende machten zouden worden. Nu we verder in de geschiedenis zijn kunnen we dat invullen. Het brons van de heup duidt op het Griekse Rijk. Dat wordt ook bevestigd in het tweede visioen over de vier dieren, waarover straks meer. Tot slot volgt het grote en ijzersterke Romeinse Rijk, dat uiteenvalt in onsamenhangende componenten (ijzer en leem).
Wat in het bijzonder opvalt is dat het beeld een geheel vormt. De historische rijken van Babel, Medo-Perzië, Griekenland en Rome zijn opgekomen en weer in verval geraakt. Je kunt op reis gaan om de archeologische restanten te bekijken. Toch impliceert de profetie van Daniël dat ze nog steeds bestaan. Het beeld blijft namelijk in zijn geheel overeind staan tot aan het einde. Pas dan wordt het in een keer met de grond gelijk gemaakt, niet door mensenhanden, maar door God zelf. Naast de stad Babylon en het beeld met de materialen, zie je rechts een (brandende) steen naar beneden vallen. Daarover zegt de Bijbel het volgende: “Hier keek u naar [het beeld], totdat er, niet door mensenhanden, een steen werd afgehouwen. Die trof dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en verbrijzelde die. Toen werden het ijzer, het leem, het brons, het zilver en goud tegelijk verbrijzeld. Ze werden als kaf op een zomerdorsvloer. De wind voerde ze weg, zodat er geen spoor van teruggevonden werd. Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde” (Daniël 2 : 34 – 35). Pas aan het eind vestigt God zijn eeuwige rijk: “In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden” (Daniël 2 : 44). Het idee is hier dat de geestelijke erfenis van de oude rijken blijft voortbestaan en doorwerkt in de wereldgeschiedenis tot aan de voleinding en dan wordt er in een keer mee afgerekend.
Daniël krijgt een tweede visioen met extra uitleg over de opvolgende koninkrijken. Dit gebeurt aan de hand van vier dieren. Om het beeld heen zie je deze vier wonderlijke dieren. Elk dier is gelinkt aan een materiaal van het beeld. Dat er niet meer dan vier dieren zijn maakt duidelijk dat de voeten van ijzer en leem geen zelfstandig vijfde rijk vormen. Die voeten zijn de onsamenhangende resten van het Romeinse Rijk. Maar uit de restanten van dat vierde rijk komt wel een nieuwe machthebber op. Een ‘hoorn’ (van ouds een symbool van kracht] die langzaam maar zeker uitgroeit tot de onbetwiste wereldleider.
Bron afbeeldingen:
https://www.goodsalt.com/details/smcas0053.html | https://www.goodsalt.com/details/smcas0078.html
https://www.goodsalt.com/details/smcas0065.html | https://www.goodsalt.com/details/pcmas0018.html
Het verhaal gaat nog verder. De profetie van Daniël werd in de 6e eeuw voor Christus gegeven. Bijna zeshonderd jaar later wordt het laatste Bijbelboek geschreven: Openbaring. In dat laatste boek verschijnt een nieuw beest op het toneel. Het is een beest dat uit de zee opkomt. Als je goed kijkt zie je dat er iets bijzonders met dit beest aan de hand is. Het is een conglomeraat van alle rijken bij elkaar.
Het beest uit de zee bevat niet alleen de kenmerken van de eerdere rijken, maar het heeft ook de eigenschappen van de nieuwe ‘hoorn’ die opkomt. In Daniël wordt beschreven dat deze hoorn voor een periode van 3,5 profetische jaren zal regeren (dat zijn 1260 jaren), grootspraak heeft richting God en de heiligen vervolgt. Precies hetzelfde wordt van het beest uit de zee gezegd. Kortom, in dit schrikwekkende beest komen alle rijken bij elkaar én wordt het vervolgverhaal verteld van de hoorn. Het beest uit de zee is dus een ander beeld voor de hoorn die uit het Romeinse Rijk groeit en het bevat de geestelijke erfenis van alle voorgaande rijken. Interessant is dat hier nieuwe informatie wordt gegeven. Dit beest loopt een dodelijke wond op, maar geneest en de hele wereld zal er in verwondering achteraan lopen. Het zal erkenning en aanbidding gaan opeisen via economische sancties. Ook interessant is dat het beest uit de zee in Openbaring met nog twee andere metaforen omschreven wordt: als de stad Babylon en als een hoer. Dat zijn geen typeringen waar je trots op hoeft te zijn. Met andere woorden, dit systeem heeft duidelijk niet alleen een politiek, maar ook een religieus karakter. Die twee vermengen zich met elkaar tot op het punt dat de gewenste religie afgedwongen kan worden door politieke en juridische middelen. Wie of wat is deze wereldmacht? Je ontdekt het in de tijdlijn (serie).
Wat is de erfenis die ze hebben achtergelaten? In een paar pennestreken vind je hier de belangrijkste ideeën en praktijken.
Babel staat voor de oer-religie los van God. Enkele typische zaken die sindsdien de toon hebben gezet zijn:
Het meest opvallende nieuwe kenmerk van dit rijk is het gebruik van door de mens ingestelde wetten die nooit veranderd kunnen worden. Het gaat om de spreekwoordelijke ‘wet van Meden en Perzen’. Als zo’n wet eenmaal uitgevaardigd was kon deze door niemand gewijzigd geworden, zelfs niet door de hoogste machthebber. De Bijbel geeft hier twee voorbeelden van:
In latere tijd zou er een nieuwe macht op het wereldtoneel verschijnen, die niet alleen de Babylonische, maar ook deze Medo-Perzische erfenis voortzet. Het maakt gebruik van menselijke uitspraken (decreten ex cathedra) die een goddelijke status hebben en nooit gewijzigd kunnen worden.
Hier vind je daar een mooi voorbeeld van:
Catholic record, September 1st 1923
https://www.canadiana.ca/view/oocihm.8_06663_2342/1
Hier zie je restanten van de indrukwekkende Perzische stad Persepolis:
https://www.britannica.com/place/Persepolis
De bekendste mysteriereligie uit Perzië was opgezet rond de zonnegod Mithras. Het werd een mysterie genoemd, omdat je hier alleen aan deel kon nemen via geheime genootschappen. Het was dus niet voor iedereen toegankelijk. Ook in het latere Rome was de mysteriegodsdienst van Mithras mateloos populair in bepaalde kringen. Hieronder zie je het bekendste tafereel van wat Mithras deed, het doden van een sterke stier. Dat gaf zijn onoverwinnelijke kracht aan. Het stond symbool voor wedergeboorte en het ontstaan van een nieuwe kosmische orde.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Mithras_tauroctony_Louvre_Ma3441.jpg
Als je goed kijkt zie je in het seal van het Amerikaanse leger de kenmerkende hoed van Mithras terug. Je ziet ‘m trouwens ook op het hoofd van een bekend Disney tekenfilmfiguur: Peter Pan.
De religie van Mithras was nauw verbonden met de hemellichamen (zon, maan, planeten, sterren). De hoofdrol was uiteraard weggelegd voor de zon, aangezien Mithras zelf zonnegod was. Je ziet dat hier de oude lijn van de zonnereligie, die in Babel al een centrale rol vervulde, doorgezet wordt. Enkele opmerkelijke feiten verbonden aan de Mithras-cultus:
Wat extra info over Mithras vind je hier:
https://www.worldhistory.org/Mithraic_Mysteries/
https://www.romanports.org/en/articles/ports-in-focus/342-the-last-mithras-sanctuary.html
https://www.iranicaonline.org/articles/mithraism
De Grieken worden vanouds aangewezen als bakermat van de westerse filosofie. Beroemde individuen als Socrates, Plato en Aristoteles hebben naam gemaakt met hun filosofische bouwwerken en methodes. Een van hun voorlopers, Protagoras, zette de toon door in de 5e eeuw BC te beweren dat de mens de maat van alle dingen is. Helemaal nieuw was het natuurlijk niet. Al in de hof van Eden had de mens zichzelf als maatstaf genomen. Nieuw is hier de sterk rationele inslag. De denkende mens plaatst zichzelf in het middelpunt van alles. Deze wijze van rationaliteit, waarin alles in het eigen begrip wordt opgenomen, loopt sindsdien als rode draad door de westerse wereld. Het heeft de uitleg van de Bijbel in bepaalde opzichten verdraaid. Daar krijg je zo wat voorbeelden van. Vele eeuwen later, vanaf de moderniteit van de 17eeeuw, kreeg dit Griekse gedachtegoed een nieuwe impuls. Een belangrijke proponent was René Descartes, die overigens opgeleid was aan een jezuïetenschool. Hij heeft het paradigma voor de moderne en postmoderne westerse wereld in vele opzichten bepaald https://historiek.net/rene-descartes-filosoof-moderne-wijsbegeerte/67820/.
Het menselijk verstand, hier gebruikt om absolute zekerheid en controle te krijgen, werd de rechter van alle waarheid.
De goddelijke status van het menselijk verstand heeft spanning gezet op de relatie tussen God en mensen. Moet de Schepper van hemel en aarde zich nu altijd maar schikken aan onze eigen vragen, ideeën en agenda’s? De Bijbel laat op dit punt een dubbelzinnig beeld zien. Mensen worden aangemoedigd om gebruik te maken van hun eigen verstand. Er is volop ruimte om te vragen, te twijfelen, te toetsen. In het grote liefdegebod worden we opgeroepen om lief te hebben, ook met ons volle verstand. Maar een vergoddelijking van het menselijk vernuft blijkt een oorzaak te zijn van veel ellende. Tijdens de Franse revolutie werd de rede als een god binnengehaald in de Notre Dame, tijdens het Feest van de Rede. Dat is dan weer een schromelijke overschatting. Wie zijn eigen inzichten altijd tot hoogste norm verheft komt geestelijk gezien op een doodlopend spoor. Het Bijbelboek Spreuken geeft ons daarom een advies: “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade” (Spreuken 3 : 5-7).
De waardering voor menselijke filosofie zou het belang van Gods openbaring naar de zijlijn duwen. Zijn wij er afhankelijk van of God zichzelf laat kennen? We dokteren het zelf wel uit, onze rede vindt op eigen kracht de weg. Zo werd er in de eerste eeuw na Christus al over gedacht. Paulus zegt niet voor niks tegen zijn Griekse luisteraars in de stad Korinthe: “En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God” (I Korinthe 2 : 4-5). Blijkbaar helpt menselijke wijsheid, op eigen kracht, je niet zo ver in de omgang met God.
De dominante rol van eigen tradities en ideeën, ook al zijn ze niet te verenigen met het verslag van de Bijbel, zou later diep doorwerken in de kerkelijke geschiedenis. In Rome werden – en worden – menselijke tradities en ideeën belangrijker geacht dan het getuigenis van de Schepper van hemel en aarde, zoals dat opgetekend is in het verzamelde werk van God, de Bijbel. De mens blijft de maat van alle dingen.
Ons verstand is een prachtig instrument. God is er blij mee als mensen zelfstandig nadenken. Kun je het menselijk denkvermogen volop waarderen, zonder dat dit de maat van alle dingen wordt? Op die vraag krijg je antwoord in het boek Dat had je niet gedacht. Kijk op deze website onder de tab ‘Het boek’ voor meer informatie. De inhoudsopgave geeft een indruk van de inhoud en opzet. In deel III, hoofdstuk 3, wordt de activiteit van het verstand uitgelegd. Dit gebeurt aan de hand van een eenvoudig wiskundig model, waarvan ‘het dialogisch principe’ (…=…) de kern is. De sleutel tot een gezonde inzet van je verstand ligt in de aansturing vanuit liefde in plaats vanuit een behoefte aan absolute controle en zekerheid. Wil je weten hoe dat er in de praktijk uitziet? Dan is dit boek een mooie springplank om je er verder in te verdiepen.
Misschien wel het meest ingrijpende gevolg van de Griekse rationaliteit is het ontstaan van dualisme. Deze term duidt op de scheiding van de geestelijke wereld (de wereld van ideeën en de ziel) tegenover de stoffelijke en tastbare realiteit. Het zijn twee aparte werelden (duo = twee). In de loop der tijden is er een grote variatie binnen de westerse filosofie ontstaan, maar de dualistische trend is een rode draad. Waarom is het belangrijk om daar iets over te weten? Omdat het onze kijk op de wereldgeschiedenis heeft vertroebeld. Een absolute scheiding van geest en materie heeft effect op de volgende onderwerpen.
De eeuwige menselijke geest is volgens de Griekse filosofie in een tijdelijk lichaam terechtgekomen. Ons lichaam sterft wel af, maar de geest (of ziel) blijft eeuwig voortbestaan. Dat klinkt bij veel christenen vertrouwd in de oren. Helaas ten onrechte. Het idee dat wij vanuit onszelf een onsterfelijke ziel zouden hebben strookt namelijk helemaal niet met de Bijbel. Sterker nog, het is juist een vrucht van de grote oer-leugen (“…u zult zeker niet sterven”, Genesis 3). Alleen God is in zichzelf onsterfelijk (I Timotheüs 6 : 16), verder niemand.
Het idee dat de mens van nature een onsterfelijke ziel bezit, heeft de Bijbelse leer over de hel zwaar verstoord. Het idee dat goddeloze mensen voor altijd gepijnigd zullen worden in een nooit aflatend vuur is eeuwenlang verkondigd met een beroep op de Bijbel. De stilzwijgende aanname is dat mensen nu eenmaal voor altijd bestaan, aangezien hun ziel per definitie eeuwig is. De vraag is dan alleen nog waar je de eeuwigheid doorbrengt: in de prachtige hemel of in de vreselijke hel. Het schrikbeeld van een eeuwigdurende straf heeft tijdens de middeleeuwen een angstcultuur in de hand gewerkt. Met dit dreigmiddel in de hand kreeg Rome grenzeloze macht over zijn mensen, die immers alleen via de sacramenten van het roomse instituut gered konden worden. De bijkomende aflatenhandel heeft ze onschatbaar rijk gemaakt. Wie de Bijbel kent zou beter moeten weten. De naargeestige kijk op de hel, als een nooit aflatende bron van pijn en verdriet, werpt een schaduw over Gods karakter, zoals het in heel de Bijbel naar voren komt. God is zeker rechtvaardig en er volgt een definitief oordeel voor wie Hem afwijzen. Maar Hij is niet sadistisch (zie bijv. Exodus 34 : 5-9). Wat bedoelt de Bijbel dan wel met de hel? Dat zie je verderop in de tijdlijn!
De scheiding van lichaam en ziel heeft gezorgd voor een minachting van ‘het aardse leven’ ten koste van een focus op ‘het hiernamaals’. De tijdelijke, materiële wereld gaat snel voorbij, terwijl de ziel daarna blijft voortbestaan. Daarnaast lijkt het rijk van de ziel en de ideeën zuiver, terwijl de materiële wereld kan stinken, vervallen en kapot kan gaan. Het christelijke geloof lijkt te draaien om de zekerheid dat je later in de hemel komt. Maar God is de Schepper van hemel én aarde. Het geeft geen pas om die aarde, Zijn prachtige en wonderlijke creatie, te minachten. De aarde is wel onderworpen aan een vloek, maar zelfs dan is het nog fantastisch mooi. In de toekomst gaat God een geheel vernieuwde aarde maken. Onze toekomst ligt niet in een zweverige ideeënwereld. We krijgen een heel nieuw en volmaakt lichaam en staan straks gewoon met beide benen op de grond.
Dualisme werkt een breuk tussen moraal en realiteit in de hand. Je kunt jezelf lang zoet houden met een ingebeelde toekomst (ideeën), een toekomst waarin je alles anders wilt gaan doen. En dat terwijl er vandaag nog weinig van te merken is. Die scheiding bestaat in de Bijbel niet. Niet wat je van plan bent om te gaan doen doet ertoe, maar waar je nu daadwerkelijk zit, naar wie je kijkt, hoeveel geld je aan je producten besteedt, hoe je agenda eruit ziet en wat er in je laatste chatbericht staat. Daaraan kun je rechtstreeks aflezen wat er in je hart leeft. Onverdeelde toewijding is een teken van echte liefde:
“Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één! Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, en met heel uw kracht.”(Deuteronomium 6)
Hoe die liefde tot uiting komt?
“Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven” (Deuteronomium 6 : 4-9).
God liefhebben betekent dat wat je denkt (je voorhoofd) en wat je doet (je hand) in overeenstemming met elkaar is. Niet morgen, maar vandaag.
Net als bij de Babyloniërs, de Perzen en de Egyptenaren (die het vanuit Babel mee hadden genomen) speelden mysteriereligies ook in de Griekse leefwijze een grote rol. Zij namen het over uit het Perzische rijk, al veranderden ze sommige namen. Gary Kah quote de prominente vrijmetselaar Albert Pike op dit punt:
“In reference to the esoteric doctrines of the Mysteries, Pike states: The communication of this knowledge and other secrets, some of which are perhaps lost, constituted, under other names, what we now call Masonry, or Free, or Frank-Masonry…The present name of the Order, and its titles, and the names of the Degrees now in use, were not then known….But, by whatever name it was known in this or the other country, Masonry existed as it now exists, the same in spirit and heart….before even the first colonies emigrated into Southern India, Persia, Egypt, from the cradle of the human race (Ancient Babylon).” (Gary Kah, En Route to Global Occupation, pg. 95).
Later zouden de Grieken het weer doorgeven aan de Romeinen. Maar door de enorm sterke opkomst van de vroege kerk in de eerste eeuwen na Christus, gingen dit soort genootschappen ondergronds.
“Within a few generations there were so many Christians in this region [het Middellandse Zeegebied] that the high priests of the Mysteries of Greece, Rome, and Egypt began to loose their control. The teachings of Christ went head-to-head against the pantheistic beliefs and occult practices of the priests, exposing them for what they were.”(id. pg. 98-99).
Kortom, er lopen onafgebroken lijnen vanuit het oude Babylon, via Perzië, Egypte, Griekenland en later Rome tot in onze eigen tijd. Hierin wordt de dubieuze erfenis uit de tijd van het oude Babel levend gehouden. Sterker nog, het vormt een bron van inspiratie, zelfs voor veel wereldleiders vandaag. Er is niets nieuws onder de zon. Kijk, om hier iets meer gevoel bij te krijgen, eens naar deze lezing uit de Total Onslaught-serie van dr. Walter Veith.
Who really runs the world? | The secret behind secret societies.
https://www.youtube.com/watch?v=eDrscByKEUQ&list=PLnymF_jIY3hnoGFwqwcwoTHkEpYCZFCK6&index=11
Het Romeinse Rijk is de laatste machthebber in de profetie van Daniël. Het indrukwekkende beeld bevat ook voeten met een mengsel van ijzer en leem, maar dat is geen volledig nieuw materiaal. Het staat symbool voor het uiteen brokkelen van de samenhang in dit rijk. Er zijn maar vier dieren in het visioen van Daniël, geen vijf. Dat is opmerkelijk. Het Romeinse Rijk zoals wij dat uit de geschiedenisboeken kennen, bestaat natuurlijk niet meer. Maar Gods vrederijk, dat volgens de profetie volgt op het vierde rijk, is er ook nog niet. Bevinden we ons vandaag de dag in een profetisch niemandsland? Of staat het beeld nog steeds overeind?
https://www.goodsalt.com/details/pcmas0018.html
Uit het vierde beest groeit een hoorn. Het is de uitloper van het roomse rijk. De nieuwe Romeinse machthebber dus. De profetie zegt dat deze machthebber een ‘ander’ karakter zal hebben dan zijn voorgangers Babel, Perzië en Griekenland (Daniël 9 : 24). Wat is er anders? De nadruk van de eerdere rijken ligt op politieke invloed in een bepaalde regio van de wereld. Hoe is deze hoorn anders? Het Bijbelboek Openbaring gebruikt een aantal metaforen om de illustere nieuwkomer te typeren.
De nieuwe Romeinse machthebber is dus een organisatie of instituut dat politieke en religieuze zeggenschap heeft, en daarmee ook doorslaggevende economische invloed heeft. Al die ingrediënten komen bij elkaar in het gebruik van een historische Romeinse titel.
De titel Pontifex Maximus was in Rome gedurende de drie eeuwen na Christus exclusief verbonden met de keizerlijke macht. Een pontif werd beschouwd als bruggenbouwer tussen goden en mensen. De toevoeging Maximus duidt dus op de hoogste religieuze autoriteit op aarde. Eigenlijk was de keizer zelf een god. De titel vat de politieke én religieuze rol van de keizer goed samen.
“As the high priest and principal member of the College of Pontiffs (the Collegium Pontificum) the pontifex maximus was the highest official in ancient Roman state religion and held the main responsibility of maintaining the ‘peace of the gods’ (the pax deorum). As such, this ‘highest bridge-builder’ between the worlds of gods and men carried a substantial degree of both religious and, especially from the reign of Augustus (27 BCE – 14 CE) onwards, political authority.”
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/1467-9809.12400
De rol die keizer Augustus zich aanmat als pontifex maximus bracht een herleving van ‘oude tradities’ met zich mee. Die tradities waren verbonden met religie die al veel eerder op het wereldtoneel te vinden was. De keizer had in zijn job description staan dat hij de goden moest vertegenwoordigen en tevreden moest houden. Hiermee wordt een oude lijn voortgezet. Mogelijk gaat de titel zelfs terug tot aan Perzië, of nog eerder, Babel. In elk geval zette Augustus vele tradities uit het voorgeslacht weer op de agenda.
“Augustus, the first Roman in history to combine the novel position of emperor with that of pontifex maximus, recalled in his Res Gestae: ‘By the passage of new laws I restored many traditions of our ancestors which were then falling into disuse, and I myself set precedents in many things for posterity to imitate.’”
In de loop van de eeuwen hebben de leden van het Vaticaan deze veelzeggende titel opgeëist. Aanvankelijk bleef het waarschijnlijk nog bij het gebruik van de iets minder pretentieuze titel summus pontifex. Maar vanaf de 14e eeuw werd de historisch geladen term Maximus definitief gekoppeld aan de hoogste roomse gezaghebber. De boodschap was helder. De paus beschouwde (en beschouwt) zichzelf als de opvolger van de Romeinse keizer en tevens als hoogste priester van dat rijk. Dat punt is moeilijk te missen. Het vat in elk geval samen hoe men in Rome naar zichzelf kijkt. Of dat ook door de rest van de wereld zo gezien wordt is nog een openstaande vraag. Volgens de Bijbelse profetie gaat dat wel gebeuren. In elk geval wordt de felbegeerde combinatie van politieke en religieuze macht prima gedekt door deze illustere titel. Slim gekozen. Links zie je Caesar met zijn titel (‘pont max’) en rechts een paus met dezelfde naam.
Dat de titel een duidelijk heidense lading met zich meebracht was geen probleem. Sterker nog, dat gaf er zelfs extra geur en kleur aan. Rome was de nieuwe religieuze en politieke reus, nu gekleed in een christelijk gewaad.
De term pax romana (Romeinse vrede) wijst op een periode in de geschiedenis waarin er weinig oorlog was binnen de grenzen van het Romeinse Rijk. Dat klinkt positief, en dat was het waarschijnlijk ook voor een deel van de mensen. Alleen was de manier om deze orde te handhaven minder plezierig. In feite was het een vorm van absolute militaire controle. Je hoort de echo hiervan ook in de Bijbel terug, bijvoorbeeld in het proces rond de veroordeling van Jezus. In het Joodse hooggerechtshof luidt de aanklacht tegen Jezus dat Hij zich gelijkstelt aan God, door Zichzelf de ‘Zoon van God’ te noemen (Lukas 22 : 63-71). Maar in het verhoor voor de Romeinse Pilatus wordt de aanklacht anders geformuleerd: “Wij hebben ontdekt dat Deze het volk afvallig maakt, en dat Hij verbiedt belasting te betalen aan de keizer en dat Hij van Zichzelf zegt dat Hij Christus, de Koning is” (Lukas 22 : 2). Opstand tegen de keizer was hét gevoelige punt. Daar was geen enkele ruimte voor en dus gaf dit argument de beste kans om het proces te laten slagen. Aanvankelijk prikt Pilatus hier doorheen, maar als hij merkt dat de oproer te sterk wordt offert hij Jezus op ten gunste van zijn eigen politieke carrière. Hij kan het zich niet permitteren om de indruk te wekken dat hij de zaak niet onder controle heeft.
https://historiek.net/pax-romana-hoe-rome-de-vrede-handhaafde-27-180/68568/
De Romeinse vrede betekende niet dat lokale religies en tradities moesten verdwijnen. Integendeel, er was ruimte voor van alles en nog wat. Op zich prima. Mensen hebben van God vrijheid gekregen om eigen keuzes te maken. God is uit op een verbond van liefde, en dwang, controle en censuur passen daar niet bij. Maar Gods verbondsregels – de tien woorden – zijn toch echt voor iedereen. De praktijk stond daar ver vanaf. Onder de pax romana was het geen enkel probleem als je levensstijl moreel verwerpelijk was. Paulus windt er geen doekjes om als hij dit tegen de Filippenzen zegt: “Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen, opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht…” (2 : 14-15). De pax romana was dus geen vrede van het hart, geen echte vrede, maar een opgelegde orde. Het was een wereldsysteem waarbinnen mensen niet werkelijk vernieuwd werden in hun denken en doen, maar waarin zij zich vanuit eigenbelang schikte aan de gevestigde orde.
Wordt er in onze tijd een nieuwe pax romana gebouwd? Dit keer niet met rode schilden, legioenen en ijzeren zwaarden, maar met surveillance, kunstmatige intelligentie en digitalisering van al het geld? Komt er een nieuwe wereldorde onder het absolute gezag van iemand die zich de pretenties van een pontifex maximus aanmeet? Dat zou kunnen. Sterker nog, God heeft in Zijn Woord voorzegd dat zoiets inderdaad gaat gebeuren. Richting de voleinding van de wereldgeschiedenis gaat een wereldwijd religieus-politiek systeem ontstaan, waarin de koningen en kooplieden van de aarde samenwerken met ‘Babylon’. Dat systeem kan mensen binnen- en buitensluiten op basis van zelfbepaalde criteria. Ten diepste zal het hierbij gaan om aanbidding en commitment. Wie heeft de ultieme zeggenschap over ons leven?
De hedendaagse situatie wordt vergelijkbaar met die van de vroege kerk. De eerste christenen noemden Jezus de Kurios, de hoogste Heer, een titel die uitsluitend gereserveerd was voor de goddelijke keizer. Dat was dus niet niks om te zeggen, zeker niet binnen het autoritaire klimaat van de pax romana. Van wie verwacht je het en op wie hoop je? Best spannend allemaal. Maar wees niet bang, het zijn tijdelijke stuiptrekkingen. Nog even en het indrukwekkende beeld van Daniël dondert in elkaar. Zorg dat je in de geestelijke strijd aan de juiste kant staat: vertrouw je leven toe aan de eeuwige Zoon van God, Jezus. Want als God voor ons is, wie kan het dan tegen ons opnemen? Al 2800 jaar geleden kreeg de profeet Jesaja zicht op deze hoopvolle toekomst, toen hij de komst van de Messias voorzag:
“Ja, elke laars, stampend met gedreun,
iedere soldatenmantel, gewenteld in bloed,
zal verbrand worden, voedsel voor het vuur.
Want een Kind is ons geboren,
een Zoon is ons gegeven,
en de heerschappij rust op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam
Wonderlijk, Raadsman
Sterke God, Eeuwige Vader,
Vredevorst.
Aan de uitbreiding van deze heerschappij
en aan de vrede zal geen einde komen
op de troon van David en over zijn koninkrijk,
om het te grondvesten en het te ondersteunen
door recht en gerechtigheid,
van nu aan tot in eeuwigheid.
De na-ijver van de HEERE van de legermachten
zal dit doen”.
Jesaja 9 : 4-6.
Dat God toekomstige gebeurtenissen kan voorspellen levert ons hoofbrekers op. Want betekent dit dat alles al vaststaat? Waar is dan nog de ruimte voor menselijke inbreng, keuze en eigen verantwoordelijkheid? Logisch gezien leidt profetie tot onverschilligheid en fatalisme. Maar gek genoeg is er in de Bijbel van zo’n gelaten houding niks terug te vinden. Hoe kan dat? Een voorbeeld helpt misschien om het wat beter te begrijpen. Stel je een moeder voor die haar eigen zoon door en door kent. Ze weet precies welke wensen, behoeften en vragen haar kind heeft. Op een dag geeft ze de jongen een keuze uit drie verschillende opties. Misschien kent de moeder haar kind zó goed dat ze vooraf eigenlijk al weet welke van de drie opties het kind zal gaan kiezen. Doet het feit, dat de moeder door haar inzicht vooraf al weet welke keuze het kind gaat maken, af aan de vrijheid van het kind om zelf te kiezen? Nee, want het kind maakt zelf daadwerkelijk een keuze. Deze vergelijking is natuurlijk erg beperkt. Wij kunnen Gods wegen niet narekenen en Zijn eeuwige bestaan niet bevatten. Maar het geeft enig gevoel dat het samen kan gaan.
De wonderlijke combinatie tussen Gods macht en kennis, en de vrijheid van mensen om eigen keuzes te maken vormt een basisingrediënt van onze geschiedenis. God werkt aan een eeuwig verbond van liefde, waar mensen van alle generaties en plaatsen vrijwillig bij aan mogen haken. Hij dwingt mensen niet, want dat zou ingaan tegen Zijn eigen doelstelling. Maar tegelijk mogen we er zeker van zijn dat Hij Zijn doel gaat bereiken. De mensheid is niet aangewezen op eigen kracht en middelen, maar mag leven vanuit de hoop die God geeft.
Tijdens het Verlichtingsdenken kwam het menselijk perspectief en de eigen denkkracht centraal te staan. Alleen wat je zelf kunt begrijpen, ervaren en narekenen, dat bestaat. Je kunt hier meer over lezen in het boek Dat had je niet gedacht, deel II. Op basis van dit uitgangspunt ging de stofkam door de Bijbel en de theologie. Het idee dat er voorspellingen zijn over de toekomst past niet in dit moderne frame (evenmin als het bestaan van wonderen). Op allerlei punten moest de geschiedenis van de Bijbel daarom herschreven worden, om het acceptabel te maken voor het menselijk bevattingsvermogen. Teksten zouden van latere datum zijn, aan elkaar geplakt of ge-edit. Dit is het terrein van de ‘tekstkritiek’. Het is een bouwwerk van ingewikkelde reconstructies, op basis van Verlichtingsideeën. Binnen de theologische wetenschap werd van alles gedaan om aan de indruk te ontkomen dat de profetie betrouwbaar zou zijn en dat de pretenties van de Verlichting gerelativeerd zouden moeten worden. Toch loopt dit vast.
Zelfs als je Bijbelteksten op basis van je veronderstellingen later dateert, bijvoorbeeld in de 2e eeuw voor Christus, dan nog bevat het allerlei informatie over de toekomst. De complete Jesaja-boekrol, die bij de archeologische opgraving van Qumran aan het licht kwam, wijst op de Messias (vooral in hoofdstuk 53). Het boek Daniël voorspelt de opkomst van toekomstige machthebbers. En in het Oude Testament vind je allerlei vooruitwijzingen naar de Messias. Dat gebeurde honderden jaren voordat Jezus van Nazareth geboren was. De kans dat al deze voorzeggingen toevallig in het leven van één persoon samenkomen is nihil. Drs. Ben Hobrink, auteur van het boek Wetenschap in de Bijbel, heeft er een aantal voor je op een rij gezet (pg. 164-165). Wat denk jij? Toeval? Of de hand van God die de geschiedenis bestuurt?