God heeft ons bedacht en gemaakt als vrije mensen. We kunnen nadenken, oordelen vormen en keuzes maken. Dit past bij Zijn verbond van liefde. Mensen zijn geen robots die door God voorgeprogrammeerd zijn om bepaalde dingen te doen of zeggen. God dwingt nooit, maar nodigt mensen uit om vrijwillig deel te worden van Zijn fantastische project. Dat is altijd zo geweest, en dat zal altijd zo blijven. Dat is hoe God is.
Hoe komt deze menselijke vrijheid tot uiting tijdens de wisseling van de huidige wereldgeschiedenis naar de eeuwige toekomst? Want denk eens na over wat hier gaat gebeuren. Er komt een moment dat God een definitief oordeel velt over alle mensen van alle tijden. Hoe zou dat zijn voor alle mensen die straks in Gods nieuwe wereld leven? Kunnen zij voor altijd volkomen vrede hebben met wat God heeft gedaan? Dat is een belangrijke vraag als het aankomt op een verbond van liefde, dat is gebaseerd op onderling vertrouwen.
De psalmist zegt: U bent rechtvaardig, HEERE, en al uw oordelen zijn juist (Psalm 119:137). Wat denk je? Is dit gedachteloze, godsdienstige lippendienst? Of zou God Zijn mensen de gelegenheid gaan geven om dit te begrijpen en volmondig te beamen? Het is daarom niet zonder reden dat God een periode van 1000 jaar heeft ingelast vóór de definitieve uitvoering van het laatste oordeel. Hij geeft Zijn mensen de tijd om de boeken in te zien. In de serie Thuis in Openbaring (zie ander deel van de website) krijg je nog meer input over de plek en betekenis van deze tijd, hoe dit binnen de grote structuur van de profetie past en wat het eigenlijk betekent dat de heiligen samen met Christus als koningen zullen regeren.
In Openbaring 20 wordt een periode van duizend jaar genoemd. Deze periode wordt in sommige theologie een ‘vrederijk’ genoemd. Het zou wijzen op een toekomstige tijd van voorspoed en welzijn op aarde, waarin God zijn beloften aan het historische volk Israel alsnog laat uitkomen. Maar de term duizendjarig vrederijk is als zodanig nergens in de Bijbel terug te vinden. Waar gaat dit over?
De relatie tussen de periode van duizend jaar en een tijd van vrede wordt afgeleidt van de opmerking dat Gods volk ‘als koningen met Christus’ zal regeren. Dat moet toch wel een vredetijd zijn? En is dit dan ook niet de tijd dat de oud-Testamentische beloften vervuld worden? De vraag is echter WAAR de heiligen gedurende deze tijd als koning regeren en WAT ze dan doen.
Jezus geeft Zijn mensen inzicht in het oordeel, in de boeken, voordat het uitgevoerd wordt. God is transparant.
Jezus haalt dus zijn gemeenschap op, uit alle tijden en plaatsen. Daarom vindt hier de eerste opstanding uit de dood plaats.
De Bijbel is er duidelijk over dat verder niemand de grote dag overleeft. Alle mensen die niet bij Gods gemeenschap wilden horen, komen later weer in beeld bij de 2e opstanding.
“Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn” (Mattheüs 24 : 37-39 / Lukas 17 : 27 / Genesis 7 : 21-22).
“Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging regende het vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om. Evenzo zal het zijn op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden” (Lukas 17 : 28-30).
“Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen” (I Thessalonicenzen 5 : 2-4).
“En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” (Openbaring 6 : 15-17).
“Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, om over allen het oordeel te vellen…” (Judas 14).
“(…) en de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat…” (Openbaring 19 : 21).
“Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal mens en dier wegvagen, Ik zal de vogels in de lucht en de vissen de zee wegvagen en de struikelblokken, samen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uitroeien van de aardbodem, spreekt de HEERE” (Zefanja 1 : 2-3 & 14). Ook in het Oude Testament wijst ‘de’ grote dag vooruit naar de voleinding.
“De door de HEERE dodelijk gewonden zullen op die dag van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde liggen. Er zal over hen geen rouw bedreven worden, zij zullen niet verzameld en niet begraven worden…” (Jeremia 25 : 33).
Heftige taal. Het is zoals C.S. Lewis schreef over de leeuw Aslan. De leeuw is goed en volledig betrouwbaar, maar hij is niet ‘veilig’ voor wie een loopje met Hem wil nemen. God is een schuilplaats voor wie Hem zoeken. Maar als je er bewust voor kiest om zonder God te leven, dan zul je daar ook de consequenties van ondervinden. De aarde blijft leeg en verlaten achter.
In Openbaring wordt een antigoddelijk trio beschreven: het beest, de valse profeet en de draak. De motor achter dit beest en de profeet (die beide in de tijdlijn worden geïdentificeerd is de draak, oftewel de duivel. Bij de terugkomst van Jezus zullen het beest en de valse profeet worden omgebracht (Openbaring 19 : 20). Maar de draak blijft nog buiten beeld. Hij wordt pas ‘na de duizend jaar’ definitief geoordeeld. Waar blijft de duivel in die tijd?
“En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn” (Openbaring 20 : 1-3).
De duivel wordt aan de ketting gelegd. Wat moet je je daar bij voorstellen? Zit hij achter de tralies? Waar gaat dit over?
Na het oordeel op de laatste dag van de geschiedenis keert de aarde terug in een staat die vergelijkbaar is met het eerste begin. Het is Gods ‘great reset’. Verschillende profeten voorzagen dit al.
“Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal mens en dier wegvagen, Ik zal de vogels in de lucht en de vissen de zee wegvagen en de struikelblokken, samen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uitroeien van de aardbodem, spreekt de HEERE” (Zefanja 1 : 2-3 & 14). Let op de taal, die suggereert dat de ‘scheppingsdaden’ omgekeerd worden, zodat de aarde naar zijn oude staat terug gaat.
“Ik zag het land, en zie, het was woest en leeg, en keek naar de hemel – zijn licht was er niet. Ik zag de bergen, en zie, zij beefden, en alle heuvels schudden door elkaar. Ik zag, en zie, er was geen mens, en alle vogels in de lucht waren weggevlogen. Ik zag, en zie, het vruchtbare land was woestijn, en al zijn steden waren afgebroken, door de HEERE, door Zijn brandende toorn. Want zo zegt de HEERE: Heel het land zal een woestenij worden, toch zal Ik er geen vernietigend einde aan maken” (Jeremia 4 : 23-27).
Let op de terminologie die Jeremia hier gebruikt (“woest en leeg”). Dat is een echo van Genesis 1 : 2: “(…) de aarde nu was woest en leeg.” En in het begin lag de duisternis over de ‘abyssos’ (de vloed). Net als tijdens de grote watervloed gooit God alles na de grote dag radicaal om, voordat Hij een nieuw begin maakt. Ditmaal niet met water, maar met vuur. Zo zegt Petrus het:
“Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend wegsmelten. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn beloften, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Petrus 3 : 10-13).
Eerst wordt alles dus naar een beginsituatie teruggebracht. Pas daarna zal God een geheel vernieuwde aarde gaan scheppen (Openbaring 21 : 1 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan”). Vergelijk het maar met een pottenbakker die zijn klei eerst weer in elkaar kneed om er vervolgens een gloednieuwe pot van te boetseren. Tussen het einde van de wereld zoals wij die nu kennen en het begin van de nieuwe aarde verstrijkt een periode van duizend jaar.
De duivel zit dan niet letterlijk achter de ijzeren tralies. De ‘afgrond’ waar de duivel in geketend wordt is de verlaten aarde, zoals die ook aan het begin was. Ook daar wordt gesproken van een ‘abyssos’ (de vloed of de afgrond). Het zal voor Gods tegenstander worden zoals Psalm 68 : 7 het beschrijft: “(…) maar de opstandigen wonen in een dor land.” Openbaring geeft het belangrijkste kenmerk van zijn gevangenis: “…opdat hij de volken niet meer zou misleiden…” (Openbaring 20 : 3). De duivel is duizend jaar lang vastgeketend aan een veroordeelde aarde, waar geen mens meer is. Daar zit hij dan, geconfronteerd met zijn mislukte project. Niemand meer om tegen God op te zetten. Niemand om te misleiden. Zijn antigoddelijke project is mislukt.
Toch is dit opmerkelijk genoeg nog niet helemaal het einde. Want na de duizend jaar wordt de duivel nog eenmaal losgelaten uit deze onmogelijke situatie:
“En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog” (Openbaring 20 : 7-8).
Nu zijn er dus weer mensen om te misleiden. Waar komen die ineens vandaan? Zij komen uit de 2e opstanding. De eerste opstanding vindt plaats bij de terugkomt van Jezus en bevat alle mensen uit de geschiedenis die bij Hem horen [de grote dag]. Daarom zegt Openbaring 20 : 6 dat je gelukkig bent als je bij die eerste opstanding hoort. Maar er is ook een 2e opstanding.
“Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren” (Openbaring 20 : 5).
Van die 2e opstanding word je minder vrolijk. Het is namelijk de opstap naar het laatste oordeel. De duivel heeft dan voor een korte tijd zijn team terug. Hij zal die massa’s mensen nog een allerlaatste keer misleiden voor een allerlaatste opstand.
Maar dit zal van korte duur zijn.
“En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn” (Openbaring 20 : 10).
Zij worden vernietigd. Ook de mensen uit de 2e opstanding zullen dan het oordeel ontvangen waar ze zelf voor gekozen hebben. Zij zullen geen deel hebben aan de prachtige toekomst met God. Om het met de woorden van Paulus te zeggen: “Zij missen de heerlijkheid van God” (Romeinen 3 : 23) en gaan voor altijd verloren. Dat heet in de Bijbel ‘de tweede dood’. Voor meer info hierover zie [2eopstanding, het laatste oordeel en het nieuwe Jeruzalem].